Kunst
Persbericht Not the End
26-07-2016
Not the End is een project van Menno Bijleveld om beter zicht te krijgen op vragen als:
Wat is leven? Wat is dood? Kan de dood overstegen worden? Is er een bewustzijn dat verder gaat?
‘Not the end’ maakt deel uit van het onderzoek dat Menno Bijleveld als bemiddelaar deed naar het stervensproces in het algemeen en naar de Tibetaans boeddhistische kijk op sterven in het bijzonder. Dit onderzoek doet hij in het kader van de werkperiode van twee maanden via het Mondriaan Fonds in Gastatelier Louwrien Wijers Ferwert. Hij heeft het daar aanwezige archief tot zijn beschikking.
Op 8 juli had beeldend kunstenaar Menno Bijleveld een tafelgesprek in de Panoramazaal van het Fries Museum in Leeuwarden over ‘sterven in meditatie’. Aan het tafelgesprek deden mee: cognitief neurowetenschapper en experimenteel psycholoog Jacob Jolij; cultureel antropoloog en schrijver Bert van Baar; beeldend kunstenaar Louwrien Wijers.
Menno Bijleveld kijkt terug op acht jaar radioprogramma’s maken voor de intussen opgeheven Boeddhistische Omroep Stichting (BOS). Eén van zijn programma’s ging over ‘tukdam’, de Tibetaanse term voor ‘sterven in meditatie’.
In 2006 stierf Koos Oeberius Kapteijn van boeddhistisch centrum Us Thús in Greonterp, Friesland, in ‘tukdam’. In 2014 stierf Chödje Lama Gawang Rinpoche van Karma Deleg Chö Phe Ling in Hantum, ook in Friesland, in ‘tukdam’. Beiden verbleven na hun overlijden drie dagen in meditatie. Kenmerken van het sterven in meditatie zijn dat het lichaam, ook nadat het hart is gestopt, de kleur behoudt, niet ontbindt en er warmte rond de hartstreek blijft. Zodra de meditatie voorbij is, gaat de warmte rond de hartstreek weg. Daarna begint het lichaam te ontbinden.
Het resultaat van dit onderzoek is straks te zien in de expositie ‘Not the End’ in Gastatelier Louwrien Wijers, Hoofdstraat 12, Ferwert. Behalve projecties van het tafelgesprek in het Fries Museum en interviews over ‘tukdam’ zullen objecten en een fotografische installatie te zien zijn in Ferwert.
Eén van de objecten in de expositie is een tukdam-kist, waarin je kunt mediteren en een idee kunt krijgen hoe het is om in meditatiehouding te sterven. Het ontwerp voor de kist is afgeleid van de tukdam-kist waarin het in ‘tukdam’ mediterende lichaam van Lama Gawang is geplaatst in september 2014 in Hantum. De meditatiekist is ‘nagemaakt’ door Hendrik Ype de Vries Kistemakker uit Poppingawier.
De opening van de expositie vindt plaats op vrijdag 29 juli (2016) tussen 16.00 en 19.00 en loopt van 30 juli tot 31 augustus 2016, Hoofdstraat 12, 9172 MP Ferwert.
Tafelgesprek Not the End in het Fries Museum
Verslag van het anderhalf uur durende tafelgesprek dat ik had in de Panoramazaal van het Fries Museum in Leeuwarden. Aan het tafelgesprek deden mee: cultureel antropoloog en schrijver Bert van Baar; beeldend kunstenaar Louwrien Wijers en cognitief neurowetenschapper en experimenteel psycholoog Jacob Jolij.
Een gesprek met Sherab over zijn leraar Chödje Lama Gawang Rinpoche die in 2014 stierf in meditatie.
Lidy Bügel over het stervensproces van haar man Koos Oeberius Kapteijn. Koos stierf in 2006 na een lang ziekbed in meditatie. Lidy zelf stierf in 2018
In gesprek met Neuro- en contemplatief wetenschapper en boeddhist Marieke van Vugt over de Tibetaanse boeddhistische benadering van het stervensproces. Marieke van Vugt is verbonden aan de Rijks Universiteit Groningen en doet onderzoek naar de effecten van meditatie op cognitie. Ook geeft zij les aan Tibetaanse monniken over neurowetenschap in het kader van het Science for Monks-project in India.
Curator en schrijver Mark Kremer over NOT THE END
“De tentoonstelling van Menno Bijleveld, gaat over de dood, we krijgen ’n glimp te zien van het sterven-in-meditatie, een fenomeen en ervaring die we kunnen situeren in ’n Boeddhistische traditie van, laat ik het zo zeggen, lichaamskunst– zitten–gecombineerd met een aandachtige beschouwing van de eigen geest.
Zo’n tentoonstelling, zo’n onderwerp, dat komt niet zomaar uit de lucht vallen. De kunstenaar heeft jarenlange ervaring opgedaan met het maken van radio-programma’s en tv-programma’s met Boeddhistische thema’s voor de BOS, de Boeddhistische Omroep Nederland. Verder terug in de tijd, zo’n 20 jaar, is er zijn eindexamententoonstelling. Ik wil daar vandaag even mee beginnen, zelf heb ik Menno’s tentoonstelling gemist, maar ik kreeg een goed beeld door het lezen van zijn eindexamenscriptie, waarin hij op ’t eind het werk introduceert.
Academie Minerva, we schrijven Groningen, 1995. Op ’n witte wand hingen 25 witte schildersdoeken (50 x 30 cm,) met daarop in ’t wit gezeefdrukt één woord (op het laatste doek staan er drie): analyse, dream, experience, recognise, hear, stand, walk, react, love, notice, doubt, read, see, judge, concentrate, decide, feel, notice, wait, remember, observe, reflect, think, hate, want and wait. (Er staat dus niet, bv., forget, let go, ignore…) Het onderwerp van dit werk is: de observatie en herkenning (!) van de waarneming. De titel luidt: Mind Objects”.
***
…..”Hoe dicht kan een kunstenaar de dood naderen? Marcel Duchamp maakte een rijmpje erover: “D’ailleurs, c’est toujours les autres qui meurent.” (Trouwens, ’t zijn altijd de anderen die sterven.) Ironie? Gaat Duchamp de vraag uit de weg? Maar hij zei ook: “In ’t westen wordt het woord ‘ik’ overschat.” Als we sterven, overlijdt dan dit ‘ik’? Duchamp had een eigen kijk op de flow van energie (als ’t ware in de hele wereld); hij koppelde die aan ’n erotisch beginsel. Liefde? Bij hem is er altijd de toespeling op sexualiteit, maar net anders, alternatieve sex als het ware, The King and the Queen Surrounded by Swift Nudes, zo heet een vroeg schilderij. Een erotische voorstelling van de energie van ’t schaakspel. Erotiek, de energie van, de fantasie over sex, als een bezwering van de dood?
Bij Joseph Beuys komt de dood dichtbij, in de Krim immers had hij als jeugdige oorlogspiloot al zijn bekende bijna-dood-ervaring. In veel van z’n werk komt de dood om de hoek spoken, neem bv. Zeige Deine Wunde, ’n environment in een voetgangerspassage in München, 1976. In een verlaten witte ruimte, voorheen een winkel in herenkledij, stonden twee ijzeren mortuarium-tafels (‘bedden’ in Beuys’ woorden), er hingen twee schoolborden met hierop de leus ‘Zeige deine Wunde’ geschreven in krijt, en twee vitrines met uitgaven van ’n Turijnse, links geörienteerde, politieke organisatie (Lotta Continua–de strijd gaat door). Tegen de wand stonden werktuigen, twee stuks om de bast van berkebomen te halen, en twee stuks om een gat te maken voor het planten van bomen. Ik associeer dit werk sterk met het Zwarte Vierkant van Malevich, en specifiek met de foto van de kunstenaar op zijn sterfbed, boven hem ’t schilderij. Beuys’ werk is een environment over energie-in-stilstand, we zien als het ware allemaal verslagen spul, dat echter deel is van, een taak heeft in de cyclus van leven en dood, wat betreft het individu, wat betreft de natuur, en het sociale collectief, de cultuur. Je hebt als kijker ’t gevoel dat de hele boel elk moment ook weer in beweging, geanimeerd, opgewekt kan worden uit de dood, en de stilstand opgeheven”.
….”Menno Bijleveld peilt als kunstenaar de dood. Hij stelt aan ons het fenomeen sterven-in-meditatie voor, hij onderzoekt ’t in interviews met ’n wetenschapper en boeddhisten, hij visualiseert ’t sterven-in-meditatie, maakt ’t aanschouwelijk in enkele stille foto’s. Maar hoe dicht kan je bij zo’n wonder komen? Ik denk dat goeie kunst dingen dichterbij brengt: objecten, verschijnselen, ervaringen. Ook deze tentoonstelling brengt iets dichterbij. Maar als ik zeg ‘iets’, wat is dan eigenlijk dat ‘iets’? Is dat sterven-in-meditatie? Of is dit in de eerste plaats een vraag van de kunstenaar? Gaat deze tentoonstelling niet vooral over de vraag of het–zeer herkenbare–verlangen om meer te weten te komen over de dood?
De kunstenaar is ’n roofdier: van alle kanten besluipt hij ’t innerlijk leven. Wat kunnen we te weten komen over de dood? Wat vertelt de overlevering? Wat kunnen we nu al ervaren? Kunnen we onze ervaring uitbreiden, door erover te fantaseren? Zelf zie ik, ervaar ik kunst als een verlengstuk van ’t innerlijk leven. Kunst brengt dingen die ons fascineren dichterbij, en daardoor gebeurt er iets simpels, dat tegelijkertijd bijzonder is, omdat de dagelijkse realiteit ons meestal daarvan afleidt: ze brengt ons dieper in contact met onszelf, onze natuur, onze innerlijke wereld. Kunst breidt ’t ervaringsarsenaal (zintuiglijkheid/denken) uit. Je zou kunnen zeggen dat kunst werkt met verdichte ervaring (verdicht in de zin van samengebald, en gefantaseerd/opbedacht. David Elliott omschreef die werking van kunst ooit als ’n soort wijsheid, die opgeslagen is in ’t maakproces”.
***
…..”Maar terug naar het onderwerp sterven-in-meditatie. In 2010 was ik in Ulan-Ude, de hoofdstad van Buryatië, waar ik sprak met een lama, die me vertelde over een gestorven Lama wiens lichaam nog in oorspronkelijke staat verkeert. (Ik was er ter voorbereding van ’n latere reis met kunststudenten van het DAI.) Dashi-Dorzho Itigilov was een Buryat, en Lama in de Tibetaans Boeddhistische traditie. Hij leefde van 1852–1927, stierf zittend in de lotus-houding, en werd in die pose begraven in ’n kist van pijnboomhout. In respectievelijk 1955, 1973 en 2002 werd zijn lichaam opgegraven, en er werd geconstateerd dat er geen tekenen van lichamelijk verval waren. In de laatste, definitieve opgraving van 2002, waarvan Boeddhisten en wetenschappers getuigen waren, werd er een officiele verklaring uitgegeven: “The body was in the condition of someone who had died 36 hours ago, very well preserved, without any signs of decay, with whole muscles and inner tissue, soft joints and skin.” Tegenwoordig wordt dit lichaam bewaard in Ivolginsky datsan, een klooster op 20 km van Ulan-Ude. De mensen bezoeken het klooster, spreken met de Lama, schudden zijn hand…
Deze tentoonstelling bevat ’n interview met een neurologe, Marieke van Vugt. Zij zegt iets moois: zie de dood als een spiegel, die je herinnert aan wat er echt toe doet in ’t leven, denk elke dag even aan de dood, koester en waardeer wat je hebt, tel je zegeningen. Sherab, de ‘attendant’ van Lama Gawang Rinpoche, heeft het over het heldere licht dat verschijnt op het moment van sterven, en onze herkenning van dit licht, die de keten van de reincarnatie zou verbreken. We moeten wel opletten zegt hij, het licht schijnt net zo lang als dat ’n vogeltje nodig heeft om een iets te groot stukje brood op te eten. Je moet dus opletten op het moment van je dood. Maar je kan nu al beginnen met oefenen, met ’t waarnemen van je eigen waarneming. En zo zijn we terug bij een werk van de kunstenaar dat ik eerder noemde, ‘mind objects’. Je kan die titel anders lezen. Geest tekent verzet aan, Geest maakt bezwaar. Wat doet die geest dan hier?”
Mark Kremer is curator en schrijver
De tekst hierboven is een samenvatting van de toespraak die Mark Kremer hield tijdens de opening van mijn expositie NOT THE END
Kijken zonder oordeel
“In India wordt alles symbolisch opgevat, daar is geen ontkomen aan.” Wat symboliseert de hangende slang in deze 3,5 meter hoge en 7 meter lange sculptuur van Rob Birza? Daarover en over de rest van zijn werk sprak Menno Bijleveld met de Amsterdamse kunstenaar.
In het kader van het Buddha Enlightened Art & World Peace 2017 maakte hij zijn beeld ‘Prana Naga’, voor het Maya Sarovar Park in Bodhgaya in India. De sculptuur maakt deel uit van het eerste beeldenpark in India rond het thema wereldvrede.
Rob Birza is een Nederlandse schilder, beeldhouwer en installatiekunstenaar. Zijn werk heeft een open karakter en hij werkt met verschillende stijlen. Hij wordt dan ook wel de ‘meester van de positiewisseling’ genoemd. Zijn inspiratie haalt hij uit de kunstgeschiedenis, niet-westerse tradities en uit de massacultuur. Ook de materialen die Birza gebruikt, kunnen moeilijk onder één noemer worden gebracht: hij plaatst oude en nieuwe spullen, waardeloze troep en kostbare kunstvoorwerpen naast elkaar.
Birza is ondermeer bekend van de grote solotentoonstelling Cold Fusion die hij in 2000 in het Stedelijk Museum in Amsterdam had. Een prominente plaats was toen ingeruimd voor de spectaculaire installatie ‘Buddha’s Horizon/View of Lights’ vormgegeven als een etalage van een lampenwinkel uit de jaren zestig.
Boeddhistische inspiratie
Kunstenaarsdrieluik, Boeddhamagazine, maart 2013
In dit drieluik gaan drie kunstenaars in op de vraag op welke manier het boeddhisme inspireert in hun leven en creatieve werk.
‘Boeddhistische Omroep als sociale sculptuur’
Babeth VanLoo (1948), mede-oprichter van de BOS
‘Emotie in de vorm van een inktlijn’
Antoinette Nausikaä (1973), beeldend kunstenaar
‘Weten wat je loslaat’
Joost Vrouenraets (1979), danser en choreograaf
Tekst: Menno Bijleveld en Ulli Fische
Marina Abramovic ‘The artist is present’
Mind to Mind with Marina Abramovic. I never published this interview with Marina Abramovic before. In a way it’s still very actual. I talked with her about the relation between ‘art and spirituality’ and focus in this part on meditation with and without (transitory) objects, death, dying and living in the moment. The interview was part of my thesis for the Academy of Art on Buddhist influences in contemporary art (1994).
*The sound quality is quite low therefore it might be helpful to use the automatic english translation function on youtube.
ULAY, Uwe Laysiepen (1943-2020)
Uitzenddatum: Zondag 6-1-2008, Radio 5, De Middenweg (30 min)
In 2007 interviewde ik Ulay voor De Middenweg, een radioprogramma van de Boeddhistische Omroep Stichting. De Duitse kunstenaar Ulay werd samen met Marina Abramovic bekend met spraakmakende performances waarin mentale en fysieke grenzen werden opgezocht. In dit interview spreek ik met hem over de boeddhistische invloeden in zijn werk en stelde hem de vraag hoe hij als performancekunstenaar op leeftijd zich verhoud tot de pensioenleeftijd.
Refuge
De atoomschuilkelder van Safe en de voormalige synagoge te Dalfsen hebben beiden een geschiedenis die in relatie tot oorlog staat. Terwijl het in onbruik raken van de synagoge een direct gevolg is van WOII is de atoomschuilkelder daarentegen het product van oorlogsvoorbereiding (de koude oorlog). Naast hun directe relatie met oorlog zijn beide lokaties vooral plekken van toevlucht. Zowel de synagoge als de atoomschuilkelder waren gericht op het geven van bescherming en het bieden van hoop op een hiernamaals. Voor meer informatie: http://www.safe-art.nl/archief/refuge/index.html